Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [57]Mijn Liefste is mijn, en ik ben Zijn, [58]Die weidt onder de lelien, 57. Dit zijn de woorden der Bruid, gelijk hfdst.6 vs.2, en hfdst.7 vs.10. De zin is: Hij is mijn Herder, en ik ben de kudde zijner schapen, daarom kan mij niets ontbreken. Zie Ps.23:1; 1 Joh.4:13. 58. De zin is: Hij weidt zijne kudde, niet alleen op een gezonde, maar ook op een genoegelijke weide, zo lieflijk en genoegelijk, alsof zij vol lelien stond. Verstaande hierbij de weide van het goddelijke Woord, hetwelk zoet is als honig en honigraten; en in het gezelschap der godzaligen, die als lelien onder de doornen zijn.